Onverschuldigd loon ontvangen? Semibrutoloon terugstorten!

Het kan gebeuren dat een werkgever per vergissing onverschuldigd loon uitbetaalt aan een werknemer. Bijvoorbeeld door een fout in de verwerking van de lonen. Of een premie die bestemd is voor een bepaalde werknemer wordt aan de verkeerde werknemer uitbetaald. In zo’n situatie spreken we van een ‘verrijking zonder oorzaak’.

De werknemer zal het onverschuldigd loon moeten terugbetalen. De vraag rijst uiteraard welk bedrag de werknemer juist moet terugbetalen: het nettoloon, het brutoloon of nog iets anders?

Rechtspraak

In een recent arrest van 16 september 2019 heeft het Hof van Cassatie een duidelijk antwoord geformuleerd op deze vraag. Voortaan zal een werknemer het onverschuldigd nettoloon vermeerderd met de bedrijfsvoorheffing moeten terugstorten. Dit komt neer op een semibrutoloon.

Quid bedrijfsvoorheffing en RSZ-bijdrage?

De terugbetaling van het onverschuldigd ontvangen nettoloon is logisch maar waarom ook de bedrijfsvoorheffing? En wat met de sociale zekerheidsbijdragen?

– Bedrijfsvoorheffing

De werkgever houdt de bedrijfsvoorheffing in op het belastbaar loon. Nadien wordt de ingehouden voorheffing verrekend met de personenbelasting. Indien de ingehouden bedrijfsvoorheffing hoger ligt dan de verschuldigde personenbelasting, dan zal de fiscus het overschot (als dat minsten 2,5 euro bedraagt) aan de belastingplichtige werknemer terugbetalen. De bedrijfsvoorheffing is in feite een voorschot op de personenbelasting.

Als belastbaar loon moet terugbetaald worden, geldt dat uiteraard ook voor de ingehouden bedrijfsvoorheffing. Door het terugstorten van het semibrutoloon recupereert de werkgever van de werknemer het te veel betaalde bedrag. De werknemer zal dit op zijn beurt recupereren van de fiscus. Er zal een verrekening met de personenbelasting plaatsvinden.

– RSZ-bijdrage

Voor de ingehouden sociale zekerheidsbijdragen gelden andere regels. De wet stelt duidelijk dat een onterecht ingehouden sociale zekerheidsbijdrage niet door een werknemer kan gerecupereerd worden bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. Bijgevolg moet dit bedrag niet teruggestort worden door de werknemer.

Binnen welke termijn?

Het Hof van Cassatie oordeelde reeds in een arrest van 2016 dat de terugvordering van onverschuldigd loon geen eis is die steunt op de arbeidsovereenkomst. De verjaringstermijn van 1 jaar opgenomen in artikel 15 Arbeidsovereenkomstenwet geldt m.a.w. niet. Bijgevolg geldt de algemene verjaringstermijn van 10 jaar ongeacht of de arbeidsovereenkomst nog loopt of beëindigd is.

Wilt u meer informatie, neem dat gerust contact met ons op.

-15 januari 2020-